Monitor subsidieregeling (hoog)begaafde leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs

Scholen laten kansen liggen om (hoog)begaafde leerlingen optimaal te ondersteunen, meldde de Onderwijsinspectie in 2018 en 2019. De inspectie constateerde dat bijna alle scholen onderwijs van voldoende kwaliteit bieden, maar dat desondanks leerlingen met meer dan gemiddelde cognitieve mogelijkheden niet de uitdaging krijgen die ze nodig hebben. (Hoog)begaafde leerlingen lopen dan bijvoorbeeld meer risico op een verminderd welzijn, gevoelens van eenzaamheid, onderpresteren, en kunnen zelfs te maken krijgen met depressie of vroegtijdig schoolverlaten. Om het primair en voortgezet onderwijs te stimuleren een passend onderwijs- en ondersteuningsaanbod voor (hoog)begaafde leerlingen in te richten, heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor de periode van 2019-2024 subsidie beschikbaar gesteld.

Met financiering van het NRO monitort Oberon samen met de Universiteit Utrecht en het Centrum voor BegaafdheidsOnderzoek de wijze waarop samenwerkingsverbanden passend onderwijs in het po en vo de subsidie inzetten voor activiteiten. Het monitoronderzoek loopt van 2019 tot 2024 en rapporteert jaarlijks de bevindingen op basis van verschillende bronnen. Naast het monitoronderzoek vindt er ook een afzonderlijk verdiepend onderzoek plaats, het IMAGE-onderzoek genaamd. Dit onderzoek gaat over de impact en opbrengsten van de subsidie en is geen onderdeel van de monitor. Ook heeft Oberon in het najaar van 2022 in opdracht van het ministerie een viertal sessies met diverse partijen georganiseerd om te komen tot een gezamenlijke visie op (hoog)begaafdheid en maatregelen om deze visie te realiseren.

 

Monitor 2019-2020: eerste meting

Bij de eerste meting lag de focus op de subsidieplannen van de samenwerkingsverbanden. Het doel was om zicht te krijgen op de soorten activiteiten voor (hoog)begaafde leerlingen in de regio, en om een (start)momentopname te maken van de mate waarin er een passend en dekkend aanbod, samenwerking en kennisdeling plaatsvindt.

Enkele opvallende conclusies en aandachtspunten:

  • Doelstellingen: In een subsidieplan staan gemiddeld 3 tot 4 doelen, soms expliciet en soms impliciet benoemd. Verreweg de meeste doelen zijn abstract en niet meetbaar geformuleerd.
  • Start: De meeste regio’s zijn per schooljaar 2019-2020 of per kalenderjaar 2020 begonnen met de uitvoering van de subsidieplannen. Anno mei/juni 2020 is een derde nog aan het voorbereiden, terwijl de rest al activiteiten aan het uitvoeren zijn.
  • Doelgroep: Samenwerkingsverbanden hanteren vaak een brede definitie van de doelgroep. Leerlingen die mogelijk minder snel worden herkend als (hoog)begaafd zijn leerlingen met een migratieachtergrond, een lage sociale economische status, meisjes en dubbel bijzondere leerlingen. In slechts iets meer dan 10% van de plannen is hier aandacht voor bij de signalering of selectie.
  • Activiteiten: Volgens de subsidieplannen gaat de subsidie onder andere naar voltijd en deeltijd begaafdenonderwijs, onderwijsarrangementen, professionaliseringsactiviteiten en kennisdeling.
  • Monitoring: Nagenoeg alle samenwerkingsverbanden monitoren, maar wel voornamelijk op de uitvoering van de subsidieactiviteiten en veel minder op de opbrengsten van de activiteiten.

Verder lezen over deze monitor? Kijk onder ‘Downloads’ voor het rapport en een factsheet met een samenvatting van de belangrijkste uitkomsten.

Eind 2020 vond er een online kennisdelingsbijeenkomst plaats waarbij de uitkomsten van deze monitor werden gepresenteerd en ervaringen werden uitgewisseld onder de 128 deelnemers afkomstig van samenwerkingsverbanden, schoolbesturen en scholen. Het naslagwerk van de bijeenkomst is ook onder ‘Downloads’ te vinden. In dit document is een beschrijving van de deelnemers, de presentatie van de monitoruitkomsten en verslagen van de subgroepjes te vinden.

 

Monitor 2020-2021: tweede meting

Bij de tweede meting is de focus verschoven naar de realisatie van de plannen en de voortgang van de subsidiedoelen.

Enkele opvallende conclusies en aandachtspunten:

  • Uitvoering: In vergelijking met vorig jaar zijn veel samenwerkingsverbanden passend onderwijs van voorbereiding overgegaan naar uitvoering van subsidieactiviteiten.
  • Signalering: Het merendeel van de scholen heeft een werkwijze om leerlingen met kenmerken van (hoog)begaafdheid te signaleren.
  • Aanbod: Samenwerkingsverbanden willen nog verder werken aan het dekkend maken van het aanbod en de kwaliteitsverschillen tussen scholen onderling.
  • Communicatie: Scholen geven aan dat de communicatie over de subsidie-inzet beter kan. Scholen die niet op de hoogte gehouden worden staan ook minder vaak achter het subsidieplan van het samenwerkingsverband.
  • Criteria: Niet alle scholen zijn op de hoogte van de criteria om leerlingen naar activiteiten te kunnen doorverwijzen of van het aanbod in de regio rondom professionalisering en kennisdeling.

Verder lezen over deze monitor? Kijk onder ‘Downloads’ voor het rapport en een factsheet met een samenvatting van de belangrijkste uitkomsten. Op basis van de vele toelichtingen van scholen is er in oktober 2022 een artikel geschreven voor vakblad Beter Begeleiden, een uitgave van de LBBO.

 

Monitor 2021-2022: derde meting

Enkele opvallende conclusies en aandachtspunten:

  • Uitvoering: Er zijn zeer veel activiteiten voor leerlingen en professionals rondom (hoog)begaafdheid gedaan. Bijna alle samenwerkingsverbanden zijn anno 2022 volop bezig met het uitvoeren van activiteiten met behulp van de subsidie.
  • Impact corona: door de pandemie hebben weinig scholen aandacht gehad voor professionalisering en kennisdeling. Twee derde van de samenwerkingsverbanden verwacht dan ook gebruik te maken van de verlenging van de subsidieperiode om activiteiten in te halen die door corona zijn uitgesteld.
  • Aanbod: Leerlingen die thuiszitten of dreigen uit te vallen krijgen volgens de samenwerkingsverbanden nog niet overal een passend aanbod. Regio’s vinden het vooral lastig om dekkend aanbod te ontwikkelen voor leerlingen met een combinatie van onderwijs- en zorgbehoeften. Tegelijk kan de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp en de samenwerking tussen regulier en speciaal onderwijs nog beter.
  • Communicatie: Samenwerkingsverbanden geven aan scholen actief te informeren, maar scholen zijn hier minder tevreden over.

Verder lezen over deze monitor? Kijk onder ‘Downloads’ voor het rapport en een factsheet met de belangrijkste uitkomsten. Eind 20200 heeft het ministerie van OCW het rapport aan de Tweede Kamer aangeboden, vergezeld met een kamerbrief waarin OCW haar visie op (hoog)begaafdheid meegeeft.

 

Monitor 2022-2023: vierde meting

Enkele opvallende conclusies:

  • Uitvoering: Een derde van de samenwerkingsverbanden heeft de uitvoerende fase afgesloten en is begonnen met het borgen van de activiteiten.
  • Doelstellingen: De helft van de samenwerkingsverbanden heeft de doelen waarvoor ze subsidie inzetten aangepast. De meesten van hen hebben hun doelen verbreed of concreter gemaakt.
  • Evaluatie: Scholen en samenwerkingsverbanden zijn sinds 2019 steeds positiever gaan oordelen over het onderwijs- en ondersteuningsaanbod, het kennisniveau onder professionals, de kennisdeling en de samenwerking rondom (hoog)begaafdheid. Toch geeft meer dan een kwart van de scholen aan geen of weinig toename te zien in het aanbod, de kennisdeling en de samenwerking.
  • Opbrengsten: Scholen ervaren positieve sociaal-emotionele opbrengsten onder deelnemende leerlingen, tevreden ouders en duidelijke communicatie over het aanbod.
  • Voortzetting: Veel subsidieactiviteiten worden na het beëindigen van de subsidieperiode (gedeeltelijk) voortgezet. Soms is dit afhankelijk van nieuwe (subsidie)middelen.

Enkele aanbevelingen uit de praktijk:

  • Betrek scholen actiever in de plannen/voorbereiding van activiteiten en later in het proces bij de uitvoering.
  • Leg taken en verantwoordelijkheden van verschillende partijen goed vast, zodat plannen goed doorgang vinden, ook als prioriteiten verschuiven.
  • Neem inzichten rondom de doelgroep mee bij het formuleren van de nieuwe plannen. Zorg voor een heldere doelgroepenomschrijving waar voldoende draagvlak voor is.
  • Zorg voor korte lijntjes met het werkveld zodat er duidelijkheid is in de verwachting en er een basis staat voor kennisdeling en de borging van onderwijs- en ondersteuningsactiviteiten.
  • Houd scholen verantwoordelijk voor het uitvoeren, borgen en evalueren van subsidieactiviteiten en laat ze de inzet van middelen verantwoorden.

Verder lezen over deze monitor? Kijk onder ‘Downloads’ voor het rapport en een factsheet met een samenvatting van de belangrijkste uitkomsten.

Meer informatie

Oberon Profielfoto 27.2
Oberon Profielfoto 09
Oberon

Oberon is een onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau op het gebied van onderwijs.

We hebben brede kennis van praktijk, beleid en wetenschap en verenigen deze werelden in onderzoek en advies. Met onze kennis en adviezen willen wij bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen, jongeren en volwassenen.

Contact

Bezoekadres
St. Jacobsstraat 12
3511 BS Utrecht

Postadres
Postbus 1423
3500 BK Utrecht

(030) 230 60 90
Naar boven