Wat is het effect van de landelijke afspraak over mobiele telefoons in de klas? In opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) onderzochten Oberon en het Kohnstamm Instituut hoe scholen in het basis-, voortgezet en gespecialiseerd onderwijs het nieuwe beleid vormgeven en ervaren. Een half jaar na de invoering blijkt dat veel scholen positieve effecten zien op concentratie en het sociaal klimaat. Tegelijkertijd signaleren leraren ook knelpunten, zoals een hogere handhavingsdruk. Dit onderzoek geeft een breed beeld van hoe scholen omgaan met het nieuwe beleid en wat ervoor nodig is om het effectief te laten werken.
Aanleiding en opdracht
Sinds 1 januari 2024 geldt in het Nederlandse onderwijs een landelijke afspraak: mobiele telefoons en andere devices zijn niet toegestaan in de klas, tenzij ze noodzakelijk zijn voor het onderwijs of vanwege ondersteuningsbehoeften. Deze afspraak moet bijdragen aan betere concentratie en minder afleiding in de klas.
In opdracht van het ministerie van OCW hebben Oberon en het Kohnstamm Instituut onderzocht hoe scholen deze afspraak implementeren en ervaren. De focus lag op het basis-, voortgezet en gespecialiseerd onderwijs.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek maakt deel uit van een monitor. Kort voor de invoering werd een nulmeting uitgevoerd, waarna in het voorjaar van 2025 deze eenmeting volgde. Schoolleiders en ICT-coördinatoren vulden een vragenlijst in over het beleid op hun school. Daarnaast zijn focusgroepen gehouden met leraren, ondersteunend personeel, ouders en leerlingen om ervaringen vanuit de praktijk te verzamelen.
Deze monitor biedt waardevolle inzichten in de implementatie van het landelijke mobielbeleid. De bevindingen kunnen beleidsmakers en scholen helpen om het beleid effectiever en uitvoerbaarder te maken. Verdere monitoring en onderzoek blijven nodig om effecten op de lange termijn te duiden.
Belangrijkste bevindingen
Voortgezet onderwijs (VO)
-
99% van de scholen heeft beleid, vaak een ‘thuis of in de kluis’-variant.
-
Leerlingen nemen minder vaak hun telefoon mee.
-
Positieve effecten op concentratie (75%) en sociaal klimaat (59%), deels ook op leerprestaties (28%).
-
Leraren signaleren ook negatieve effecten, zoals:
-
Meer werkdruk door handhaving.
-
Nieuwe uitdagingen in communicatie met leerlingen.
-
Toename van fysiek storend gedrag.
-
-
51% is tevreden met de landelijke afspraak; 33% ziet liever wettelijke borging.
Basisonderwijs (BO)
-
89% van de scholen hanteert een beleid; vaak hoeft de telefoon niet mee of wordt deze ingeleverd.
-
Beperkt effect: basisschoolleerlingen namen sowieso al zelden telefoons mee.
-
23% ziet wel een positief effect op welbevinden.
-
Handhaving verloopt soepel op de meeste scholen.
-
Smartwatches zijn moeilijker te signaleren en worden vaker vergeten in het beleid.
Gespecialiseerd onderwijs (GO)
-
93% van de scholen heeft beleid, vaak met maatwerk voor medische of ondersteuningsnoodzaak.
-
Grote verschillen tussen typen onderwijs.
-
In (V)SO ziet men afname van telefoongebruik; in het SO/SBAO nauwelijks effect.
-
Draagvlak onder personeel en ouders is groot; leerlingen zijn gemengder in hun oordeel.
Verder lezen?
Bekijk het eindrapport voor een volledig overzicht van het onderzoek en de resultaten. Het rapport is op 3 juli 2025 door OCW aan de Tweede Kamer aangeboden, als bijlage bij de Verzamelbrief moties en toezeggingen funderend onderwijs. Heb je vragen of wil je in gesprek over dit onderwerp? Neem dan contact op met Ton Klein.