Hoe kunnen we taalontwikkelingstoornissen (TOS) bij leerlingen eerder en beter herkennen, en welke rol kunnen data en technologie daarin spelen? Vorige week brachten we onderzoekers, taalexperts en onderwijsprofessionals uit regulier én speciaal onderwijs samen voor een symposium rond dit thema, als onderdeel van een innovatief onderzoeksproject over het signaleren van TOS met dataprofielen. Deze uitwisseling tussen onderzoek, innovatie en onderwijspraktijk leidde tot waardevolle inzichten en ideeën voor de toekomst waar we de komende tijd graag meer over delen.
Een kleine sneak preview van de belangrijkste inzichten uit het project:
Leerlingprofielen voor TOS
We onderzochten bias in doorverwijzing en brachten profielen in kaart van leerlingen met én zonder TOS. Opvallend: ook leerlingen in het regulier onderwijs vertonen soms dezelfde kenmerken als kinderen met TOS. Tijdens het symposium demonstreerden we een innovatieve integratie van deze profielen in leerlingontwikkelsysteem ParnasSys. Het is een prototype, maar over de potentie voor het signaleren van TOS werd vanuit verschillende hoeken positief gereageerd.
Digital Twins
Deelnemers maakten kennis met het innovatieve concept Digital Twins, waarbij we data van vergelijkbare leerlingen uit regulier en speciaal onderwijs koppelen om passende ondersteuning te voorspellen. Een veelbelovende aanpak, mogelijk ook toepasbaar op andere thema’s zoals dyslexie en remediëring.
Meer weten?
Dit symposium maakte deel uit van een onderzoeksproject van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO), waarin wij samenwerken met de Universiteit Twente, Universiteit Utrecht, Auris en onderzoeksbureau Dialogic aan innovatieve dataprofielen om TOS eerder te herkennen.
Neem contact op met Aafke Essen via aessen@oberon.eu.
Meer informatie over het project:
www.nro.nl/onderzoeksprojecten/digitale-tweelingen-schieten-te-hulp